Zwemlesplan
Versie: 27 juni 2022
Inhoudsopgave
2 Doelstelling en uitgangspunten 7
2.5 Visie op het zwemonderwijs 8
3.3.1 Het voortraject (wit) 10
3.3.2 De beenslagen (groen) 11
3.3.4 Combinatie arm- en beenslagen (oranje) 12
3.3.5 Voorbereiding zwemmen in het diepe (rood) 12
3.3.6 Opleiding voor diploma A (blauw) 13
3.5.1 Kinderen die afwijken van de gemiddelde leerlijn 13
3.5.2 Relatie instructeur - kind 14
4 Overige zwemlesactiviteiten 16
4.1 De zwemvaardigheidsdiploma’s 1, 2, 3 (basispakketten) 16
4.5 Synchroonzwemmen en figuurdrijven 17
5.7 Procedure eerste zwemles 20
5.9 Overgaan naar het volgende groepje (kleurdiploma) 21
Begrippen
Vrijwilliger
Ieder lid van de vereniging dat een lesgevende en/of ondersteunende functie heeft binnen de
zwemvereniging. In dit document gelden functionarissen eveneens als vrijwilliger.
Toezichthouder
Iedere vrijwilliger die met toezicht houdende werkzaamheden is belast en in bezit is van de
vaardigheid zwemmend redder.
Hulp-toezichthouder
Iedere vrijwilliger die met toezicht houdende werkzaamheden is belast maar niet over de
vaardigheid zwemmend redder beschikt.
EHBO-er
Vrijwilligers die in het bezit zijn van geldig diploma eerste hulp, te weten:
- Eerste hulp diploma oranje kruis
- BHV-certificaat
- BIG-registratie verpleegkundige/arts
Instructeur/trainer
Iedere vrijwilliger belast met een lesgevende taak en in het bezit van een van de volgende diploma’s:
- Zwemleider A
- Zwemleider A+
- Zwemleider B
- Certificeerbare eenheid Lesgever Zwem-ABC
- Zwemonderwijzer
- Instructeur 3 Reddingsbrigade Nederland
- L.O./M.O. akte lichamelijke opvoeding
- C.I.O.S-diploma met aantekening zwemonderwijs
Voor synchroonzwemmen en figuurdrijven: opleiding synchroonzwemmen.
Assistent-instructeur
Iedere vrijwilliger die onder supervisie van een instructeur belast is (helpt) met een lesgevende taak.
Uurleider
De toezichthouder/instructeur die aangesteld is als verantwoordelijke voor een zwembassin tijdens
een bepaalde periode. De uurleider is belast met de aansturing van de instructeurs/toezichthouders
en heeft daartoe de algemene leiding over een bassin. Een uurleider dient minimaal over de
kwalificatie “instructeur” of “trainer” te beschikken. Indien een uurleider niet over deze kwalificatie beschikt dient er tenminste één andere vrijwilliger aanwezig te zijn die hierover wel beschikt.
Controlevrijwilliger
Vrijwilligers die belast zijn met het controleren van de lidmaatschapspassen van leden van de vereniging. Ook zijn deze vrijwilligers het eerste aanspreekpunt voor leden en ouders/verzorgers van leden die vragen, opmerkingen of klachten hebben.
Garderobevrijwilliger
Vrijwilligers die belast zijn met het houden van toezicht bij de kleedkamers en douches. Deze taak kan gecombineerd worden met die van controlevrijwilliger.
1Inleiding
Zwemlessen vormen een belangrijk onderdeel van het activiteitenaanbod van de Tilburgse Watervrienden. Bij deze zwemlessen zie je graag dat alle neuzen dezelfde kant op wijzen en iedereen op dezelfde manier lesgeeft. Om dit te realiseren, is het lesplan ontwikkeld. Het lesplan is een plan van en voor het team van instructeurs. Het lesplan heeft de volgende functies:
• Verantwoording
• Sturing
• Vernieuwing
1.1Verantwoording
Door de doelstellingen, uitgangspunten, organisatie, werkwijze en uitvoering van de zwemlessen op papier te zetten - te legitimeren - is het mogelijk verantwoording af te leggen aan alle betrokkenen, zowel intern als extern (ouders, gemeente, inspectie e.d.). Hiermee wordt duidelijkheid gegeven waarvoor de vereniging staat.
1.2Sturing
Het lesplan is voor het bestuur, de commissie zwemmen en de instructeurs een praktisch hulpmiddel dat het handelen stuurt. Het zorgt er voor dat alle betrokkenen vanuit dezelfde visie werken en dat er een eenduidige invulling wordt gegeven aan de dagelijkse praktijk. Het lesplan geeft ondersteuning en schept een context waarbinnen onderlinge afstemming mogelijk wordt en verschillen in werkwijze bespreekbaar gemaakt kunnen worden. Het moet voor alle betrokkenen duidelijk zijn wat de visie, doelstellingen en uitgangspunten betekenen voor de inrichting van de organisatie en de praktische uitvoering van de zwemlessen.
1.3Vernieuwing
Het lesplan is geen statisch, maar een ‘levend’ document. Voor het bestuur, de commissie zwemmen en de instructeurs vormt het de basis om het werk te bespreken, te evalueren en zo nodig bij te stellen. Ook bij scholingsactiviteiten komt dit document regelmatig aan de orde. Het lesplan geeft een kader waarbinnen nieuwe ontwikkelingen kunnen worden geplaatst. Bijstelling zal met betrokkenen plaatsvinden.
2Doelstelling en uitgangspunten
De Tilburgse Watervrienden probeert kwalitatief goed zwemonderwijs te bieden tegen een aantrekkelijke prijs. Daarbij wordt op een speelse en ontspannende manier les gegeven, waarbij de leerlingen centraal staan. Dit houdt in dat er met veel plezier maar toch hardwerkend zwemmen geleerd wordt.
Alle vrijwilligers die zwemlessen geven aan zowel junioren (4 t/m 15 jaar) als volwassenen (vanaf 16 jaar) zijn gediplomeerd. Assistent instructeurs en instructeurs in opleiding worden altijd ondersteund en begeleid door gediplomeerde instructeurs. Alle opleidingen zijn erkend door de Nederlands Culturele Sportbond, waarbij onze vereniging aangesloten is. De diploma's zwemleider A+ zijn erkend door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Alle vrijwilligers van de Tilburgse Watervrienden zijn vrijwilligers en zijn in het bezit van een maximaal vier jaar oude Verklaring Omtrent Gedrag met het voor hen relevante profiel.
Alle lessen en trainingen worden gegeven in de Nederlandse taal, leerlingen moeten de Nederlandse taal voldoende beheersen om de opdrachten en aanwijzingen te begrijpen.
2.1Leden
Bij de zwemlesactiviteiten van de Tilburgse Watervrienden zijn de leden in vijf hoofdcategorieën onder verdeeld:
-
De elementaire zwemmers (voor 4 tot 16 jarigen)
-
Volwassenen (vanaf 16 jaar)
-
Synchroonzwemmers
-
Wedstrijdzwemmers
-
Senioren (vanaf 40 jaar)
Deze hoofdcategorieën vergen allemaal een eigen aanpak.
Bij de elementaire zwemmers is van belang dat er veel in kleine groepen wordt gewerkt en dat de les wordt aangepast aan de leeftijd van het kind. Daarnaast zijn ook de ouders hier heel belangrijk. Zij dienen dan ook betrokken te worden bij het zwemmen door middel van kijklessen en persoonlijk contact over de vorderingen van het kind.
Naarmate de leeftijd en zwemvaardigheid vordert, is het mogelijk om meer klassikaal les te geven in grotere groepen. Waar bij de elementaire zwemmers nog vooral het behalen van een diploma van belang is, zie je bij de overige groepen dat de mensen echt komen als hobby en voor sociale contacten. Hier dient tijdens de lessen steeds rekening mee gehouden te worden.
Één van de regels die tenslotte op iedereen van toepassing is, is dat je sneller leert als het leuk is. Zorgen voor leuke en uitdagende lessen is daarom een essentieel element voor alle zwemlessen.
2.2Accommodaties
De aard van de accommodatie bepaalt in grote mate de wijze waarop zwemles gegeven kan worden. De Tilburgse Watervrienden maken gebruik van de zwembaden van Sportbedrijf Tilburg:
- Drieburcht
- Reeshof
- Incidenteel Stappegoor
Deze zwembaden zijn uitgerust met meerdere baden, waarvan de meeste met een beweegbare bodem. Daarmee zijn de accommodaties uitermate geschikt voor het geven van zwemles.
2.3Veiligheid
Nederland is een waterrijk land. Zwemles is belangrijk om verdrinkingsgevaar tegen te gaan. Daar kan niet vroeg genoeg mee gestart worden. Zwemvaardigheid wordt echter alleen verkregen door als onervaren “zwemmer” in een relatief “veilige” omgeving te oefenen en te leren.
Bij de zwemlessen is “veiligheid” één van de belangrijkste (zo niet het belangrijkste) element. Daarom is het belangrijk dat de lessen worden afgesloten met een toetsing van de zwemvaardigheid. Belangrijk element hierin is een toetsing op door (externe) deskundigen vastgestelde en algemeen erkende eindtermen.
Naast veiligheid in de context van “verdrinkingsgevaar” speelt veiligheid nog op een andere manier een rol, namelijk een voor de leerling veilig (zwemles) “klimaat” waarbij ook bescherming tegen ongewenst gedrag een rol speelt.
2.4Financieel kader
De Tilburgse Watervrienden is opgericht om zwemles te bieden aan iedereen. Belangrijk speerpunt daarbij is dat de zwemlessen voor iedereen betaalbaar moeten blijven. Dit zorgt voor een relatief klein budget waarbinnen de Tilburgse Watervrienden moet zien te opereren. Wel is belangrijk dat we blijven investeren om ons zo voldoende te kunnen onderscheiden ten opzichte van andere zwemlesaanbieders en we een goed zwemlesproduct kunnen blijven bieden.
2.5Visie op het zwemonderwijs
Bij al onze lessen staan twee dingen voorop: plezier en kwaliteit. Wij zwemmen in kleine groepen waardoor iedereen precies die aandacht krijgt die hij/zij nodig heeft. Tijd voor een volgende stap? Wij plaatsen onze zwemmers op individuele basis in een andere groep. Daarnaast bieden onze les- en trainingsprogramma’s ruimte voor plezier en ontspanning. Alleen dan bereik je het optimale resultaat. Wij leiden onze zwemmers op voor de nationaal erkende zwemdiploma’s van de NPZ-NRZ.
2.6Betrokkenheid
De Tilburgse Watervrienden hecht veel waarde aan het welzijn van het kind, dat vertaalt zich naar vele gebieden. De lesgevers proberen de inhoud en organisatie van hun lessen optimaal op het kind af te stemmen, waarbij zij inlevend en warm betrokken zijn. De relatieve kleinschaligheid van de zwemlessen binnen de Tilburgse Watervrienden maken het mogelijk dat de lesgevers de kinderen en de ouders echt “kennen”.
3Elementaire zwemlessen
3.1Inleiding
In dit hoofdstuk staat aangegeven hoe de visie, doelstellingen en uitgangspunten bij de zwemlessen in de praktijk worden ingevuld. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan de orde:
-
Methodiek
-
Didactiek
-
Pedagogiek
-
Organisatie
3.2Methodiek
Al sinds het ontstaan van de vereniging in 1963 geven wij les volgens de welbekende methode van Wiessner, waarbij het watervrij maken op een speelse manier centraal staat. Deze methode gaat uit van het kind, waarbij het kind zelf aangeeft of het klaar is om verder te gaan in het leerproces. Natuurlijk worden de kinderen tijdens de les volop gestimuleerd om zichzelf te ontplooien. Een ander voordeel van deze methode is dat de kinderen gedurende het leerproces ook een goede conditie opbouwen.
Wij leiden de kinderen tijdens de elementaire zwemlessen op voor het Zwem-ABC. Het Zwem-ABC is er om tegemoet te komen aan de zwemvaardigheid die men nodig heeft om zich te kunnen redden in de huidige, moderne zwemaccommodaties (bv. subtropische baden). Ook in onze huidige woonomgeving, wonen we vaak dichtbij water.
Bij het Zwem-ABC ligt de nadruk op de zwemveiligheid. Hieruit vloeit voort dat de leerlingen niet alleen zwemslagen leren, maar ook andere aspecten zoals onder water zijn, drijven, survival-zwemmen, enz.… Van belang is dat dit voor de leerling op een plezierige manier gebeurt.
Het Zwem-ABC is een opleidingsweg, waarbij de diploma’s A en B opstapjes zijn naar het diploma C. Heeft men het diploma C, dan kan men zich een waardige vriend van het water noemen.
Om "voldoende" zwemveilig en toegerust te zijn, moet men veel vaardigheden beheersen en daarom is gekozen voor de volgende basiselementen:
-
te water gaan
-
onder water
-
drijven
-
watertrappen
-
draaien
-
survival
-
enkelvoudige rugslag
-
schoolslag
-
rugcrawl
-
borstcrawl
-
ademhaling
Omdat in het Zwem-ABC wordt gewerkt met een logische opbouw, geven wij vanaf de eerste les aandacht aan alle basiselementen. Voor de diploma's A, B en C zijn voor alle basiselementen eindtermen geformuleerd en bestaat het examenprogramma uit onderdelen waarin alle basiselementen worden getoetst. Er is dus sprake van oplopende zwemveiligheid en toerusting.
Bij A en B heeft de leerling al een bepaald niveau bereikt, maar hij of zij mist ook nog een deel.
Diploma A en B zijn stappen op weg naar voldoende zwemveiligheid en toerusting en deze doelstellingen worden bereikt bij het eindpunt, het C-diploma.
Bij leden vanaf 4 jaar die beginnen aan de opleidingsweg van het Zwem-ABC wordt gekeken hoe ver ze zijn. In het Zwem-ABC is de opbouw logisch vormgegeven: van kort naar lang; van makkelijk naar moeilijk; van grof naar fijn; steeds hogere eisen aan zwemveiligheid en toerusting.
3.3De kleurcodes
Ook op weg naar het A-diploma vallen binnen onze vereniging al tussen-diploma’s te behalen. Als de leerling een bepaald aantal vaardigheden onder de knie heeft, ontvangt hij een kleurdiploma (bij de controle) met op de achterkant de eisen waaraan hij heeft voldaan en moet gaan voldoen. Bij dit kleurdiploma hoort een rondje van een bepaalde kleur, dat bij de leerling op zijn badkleding moet worden bevestigd. Dit rondje geeft door middel van zijn kleur aan in welke groep de leerling zit.
Er zijn tot het A-diploma zes verschillende kleurdiploma’s, dus ook 6 verschillende groepjes. Dit alles heet binnen de Tilburgse Watervrienden het kleurcodesysteem. Door de uurleider wordt bijgehouden wanneer de leerling een rondje heeft gekregen. Na het diploma A worden de technieken verbeterd, afstanden verlengd, verschillende oefeningen verzwaard en enkele onderdelen toegevoegd tot en met het diploma C.
3.3.1Het voortraject (wit)
1 Survival
Staand en springend draaien om lengte-as
Uit water klimmen via kant of vlot met T-shirt aan
Drijven en zonder hulp draaien om de lengte-as
2 Onder water oriëntatie
Onder water gaan en zijn
Onder drijvend voorwerp doorgaan
Voorwerpen van bodem pakken (heupdiep water)
3 Conditiezwemmen
4 Borst- en rugcrawl
Vanuit drijfhouding een paar meter zelfstandig voortbewegen
5 Je vertrouwd voelen in het water
Rennen en springen in het water met en zonder armondersteuning
Verdragen van spatten
Vallen en opstaan
3 seconden borstdrijven en zelfstandig opstaan
3 seconden rugdrijven en zelfstandig opstaan
Bellen blazen aan de oppervlakte en onder water
Vanaf kant of vlot zelfstandig te water springen
6 Boven water oriënteren en verplaatsen
Dolfijnen (heupdiep water)
Bellen blazen tijdens het borstdrijven.
3.3.2De beenslagen (groen)
1 Survival
Oefenen met te water gaan, ook in het diepe
Uit het water klimmen via de kant in het diepe
Zwemmen met T-shirt aan
2 Onder water oriëntatie
Langs goot of lijn diep-water oriëntatie
Een paar tellen op de bodem zitten of liggen
Door een hoepel zwemmen
3 Conditiezwemmen
3 schoolslag beenslagen achter elkaar zwemmen
5 rugslag beenslagen achter elkaar zwemmen
4 Borst- en rugcrawl
Beenslag borstcrawl met rechte benen
Beenslag rugcrawl met rechte benen
5 Je vertrouwd voelen in het water
5 seconden drijven op borst
5 seconden drijven op rug
6 Boven water oriënteren en verplaatsen
Juiste voetstand van de schoolslag beenslag
Juiste voetstand van enkelvoudige rugslag
3.3.3De armslagen (geel)
1 Survival
Oefenen met draaien om lengte- en breedte-as
Zwemmen met T-shirt aan
Springen vanaf de hoge kant in het diepe
2 Onder water oriëntatie
Oefenen met onder water zwemmen en onder water oriënteren
3 Conditiezwemmen
5 schoolslag beenslagen achter elkaar zwemmen
5 schoolslag armslagen achter elkaar zwemmen
8 rugslag beenslagen achter elkaar zwemmen
4 Borst- en rugcrawl
Beenslag van de borstcrawl met rechte benen en juiste voetstand
Armslag van de borstcrawl
Beenslag van de rugcrawl met rechte benen en juiste voetstand
Armslag van de rugcrawl
5 Je vertrouwd voelen in het water
6 seconden drijven op borst
6 seconden drijven op rug
6 Boven water oriënteren en verplaatsen
Beenslag verder perfectioneren van schoolslag, met tempoverschillen in contra- en stuwbeweging
Beenslag verder perfectioneren van enkelvoudige rugslag, met tempoverschillen in contra- en stuwbeweging
Armslag schoolslag van grof naar juiste arm-/handhouding
Introduceren van combinatie schoolslag
3.3.4Combinatie arm- en beenslagen (oranje)
1 Survival
Met T-shirt aan drijven en zwemmen op borst
Met T-shirt aan drijven en zwemmen op rug
Van de lage kant of mat achterwaarts in het water vallen
2 Onder water oriëntatie
Door gat in zeilstandaard zwemmen
3 Conditiezwemmen
Kunnen zwemmen van een baan in het diepe op borst, eventueel met drijfmiddel
Kunnen zwemmen van een baan in het diepe op rug, eventueel met drijfmiddel
4 Borst- en rugcrawl
Combinatie van de borstcrawl, blijf goed op de benen letten
Combinatie van de rugcrawl, blijf goed op de benen letten
5 Je vertrouwd voelen in het water
7 seconden drijven op borst
7 seconden drijven op rug
6 Boven water oriënteren en verplaatsen
Combinatie schoolslag met juist ritme
Combinatie schoolslag met hoofd boven water (constant of wedstrijdslag)
Verder perfectioneren van de enkelvoudige rugslag
3.3.5Voorbereiding zwemmen in het diepe (rood)
1 Survival
Watertrappen
Zwemmen met T-shirt aan
Van de hoge kant achterwaarts in het water vallen
2 Onder water oriëntatie
Onder water zwemmend een voorwerp van de bodem pakken
Introduceren duiken vanaf de kant
3 Conditiezwemmen
Kunnen zwemmen van een baan in het diepe op borst, zonder drijfmiddel
Kunnen zwemmen van een baan in het diepe op rug, zonder drijfmiddel
4 Borst- en rugcrawl
Introductie van ademhaling borstcrawl
Introductie van ademhaling rugcrawl
5 Je vertrouwd voelen in het water
8 seconden drijven op borst
8 seconden drijven op rug
6 Boven water oriënteren en verplaatsen
Juiste ademhaling bij schoolslag
Juiste ademhaling bij enkelvoudige rugslag
Verbeteren schoolslag
Verbeteren enkelvoudige rugslag
3.3.6Opleiding voor diploma A (blauw)
-
Aanleren voet- en kopsprong
-
Werken aan de eindtermen/diploma eisen van diploma A
3.4Didactiek
De reguliere zwemlessen duren bij de Tilburgse Watervrienden 40 minuten. Binnen dit tijdsbestek is het mogelijk om de 8 basiselementen aan de orde te laten komen. De lescyclus bestaat uit één les in de week.
Tijdens de zwemlessen wordt gebruikgemaakt van materialen. De materialen kunnen we indelen in twee groepen:
-
Spelmateriaal
Kinderen bezien alles wat ze tegenkomen vanuit de optiek hoe ze ermee kunnen spelen. Dat betekent dat ook allerlei materiaal dat niet in eerste instantie bedoeld is als spelmateriaal toch als zodanig gebruikt kan worden. Denk daarbij aan de muur van het zwembassin of de lijnen tussen de verschillende baden. Maar ook trapjes en gekleurde tegels kunnen uitdagingen inhouden.
Het doel van al dit materiaal is kinderen uit te lokken om te gaan ontdekken en experimenteren enerzijds en anderzijds om sturing te geven aan het gedrag zodat bewegingsmogelijkheden en onmogelijkheden ervaren worden. Ook het leuk maken van saaie dingen kan een mogelijkheid zijn hoewel je je dan wel moet afvragen waarom de kinderen iets als saai ervaren. -
Drijfmiddelen
Bij de Tilburgse Watervrienden proberen we zo min mogelijk te werken met drijfmiddelen, zodat kinderen vanaf het begin leren om op eigen kracht te kunnen drijven.
Geheel zonder drijfmiddelen kunnen we echter niet, bij het aanleren wordt daarom ter ondersteuning regelmatig gebruikgemaakt van bijvoorbeeld een plankje.
Wanneer kinderen voor het eerst in het diepe mogen zwemmen, krijgen ze daarnaast een flexibeam. Deze wordt niet meer gebruikt zodra kinderen voldoende kracht hebben opgebouwd om zelfstandig een halve baan te zwemmen.
3.5Pedagogiek
Bij de Tilburgse Watervrienden kunnen kinderen met de zwemles starten als ze vier jaar oud zijn. Bij deze groep moet op een andere manier worden lesgegeven, dan kinderen van bijvoorbeeld 6 jaar. Niet alleen zijn deze kinderen vaak nog speelser, ook motorisch moet er met veel dingen rekening worden gehouden.
3.5.1Kinderen die afwijken van de gemiddelde leerlijn
De methodiek die binnen de Tilburgse Watervrienden wordt gehanteerd gaat ervan uit dat ieder kind uniek is en zich daarom moet kunnen ontwikkelen op eigen snelheid. Bij de Tilburgse Watervrienden hebben we daarom geen vaste groepen. Dit zorgt ervoor dat kinderen op elk moment kunnen doorstromen naar een volgende kleur, zodra ze er klaar voor zijn.
Soms kan het voorkomen dat kinderen er erg lang over doen om iets te leren en dus door te stromen.
Toch is het mogelijk dat kinderen te veel (in positieve of negatieve zin) afwijken van het gemiddelde leertraject. Een negatieve afwijking kan veroorzaakt worden door beperkte motorische vaardigheden, concentratieproblemen en leer- en gedragsmoeilijkheden. Indien een kind (te ver) achter dreigt te raken, signaleert de instructeur dat bij de uurleider. De ouders worden geïnformeerd en er wordt een keuze gemaakt uit een aantal alternatieven, zoals:
-
Tijdelijk extra hulp
-
Advies om naar andere zwemschool te gaan
-
Soms kan het ook beter zijn om nog even te wachten met zwemles omdat een kind er om wat voor reden dan ook nog niet aan toe is.
3.5.2Relatie instructeur - kind
Een kind leert alleen als de situatie waarin hij zich bevindt pedagogisch veilig is, anders is zijn aandacht op iets anders gericht zoals verdriet, boosheid of angst. Het is de taak van de instructeur om ervoor de zorgen dat het kind zich veilig voelt in de omgang met hem/haar en de andere kinderen in de groep.
Het creëren van een ontspannen sfeer in de groep is een continu proces. Natuurlijk vraagt het extra aandacht bij de kennismaking, wanneer de instructeur(s) (de groep kinderen, de gang van zaken en het zwembad zelf) nog onbekend zijn voor het kind. Echter ook verder op in de lesperiode zijn er talrijke situaties waarbij het kind zich afvraagt hoe de reactie van de instructeur(s) zal zijn en of hij/zij wel te vertrouwen is.
3.5.3Spel en spelvormen
Spelen is voor kinderen essentieel om te leren. Tijdens het spel zijn de volgende vragen van toepassing op het kind:
-
Wat gebeurt er?
-
Wat doet de situatie met mij?
-
Hoe los ik het op?
-
Wat kan ik er nog meer mee?
Dit speelt zich af op een onbewust niveau. Een kind stelt zichzelf die vragen niet. Wanneer een kind geobserveerd wordt in zijn spel zie je deze vragen (elementen) terugkomen. Meestal wordt spelen als beloning ingezet. Spelen geeft voor de instructeur(s) nog een aantal mogelijkheden:
Door spel te observeren bepalen hoe ver het kind is in zijn ontwikkeling en waar zijn interesses liggen.
Spelvormen zijn oefeningen om variatie aan te brengen in de leerstof. Het is aan de instructeur(s) om opdrachten dusdanig te verpakken, dat de opdracht voor kinderen uitdagend is en dat kinderen niet in de gaten hebben dat ze de basiselementen van het Zwem ABC aan het oefenen zijn.
Lang niet alle ouders begrijpen de functie van spelen. Het is aan de instructeur en het team om ouders hierover te informeren. Uitleg over wat kinderen allemaal leren tijdens een speelse opdracht scheelt een hoop. Bij de Tilburgse Watervrienden wordt veel gespeeld en gebruikgemaakt van speelse werkvormen, omdat de instructeurs zich ervan bewust zijn hoe kinderen leren. Instructeurs krijgen de ruimte om eigen spelmateriaal te ontwikkelen en uit te proberen in de zwemles.
4Overige zwemlesactiviteiten
Bij de overige zwemlesactiviteiten staan dezelfde begrippen centraal als bij de elementaire zwemlessen: Plezier, betrokkenheid, communicatie, veiligheid, kwaliteitsborging en professionaliteit. De uitwerking hiervan is op een aantal onderdelen verschillend of er is sprake van een aanvulling.
Na het behalen van (één of meer) diploma’s van het Zwem-ABC zijn er binnen de vereniging nog een aantal mogelijkheden. Je kunt natuurlijk verder gaan voor de zwemvaardigheidsdiploma’s 1, 2, 3 en de diploma’s 1, 2, 3 van springen van de plank, snorkelen, survival en wereldzwemslagen. De synchroonzwemgroep heeft eigen diploma’s: diploma H t/m A. Daarnaast is er een wedstrijdgroep waar je je conditie kunt trainen en wedstrijden kunt zwemmen. Voor deze onderdelen bestaat (meestal) geen wachtlijst!
4.1De zwemvaardigheidsdiploma’s 1, 2, 3 (basispakketten)
Het niveau van diploma C is vereist om aan deze lessen mee te mogen doen. Het is een vervolg op het huidige Zwem ABC met eenzelfde logische opbouw van makkelijk naar moeilijk. Hierin zit vooral een opbouw van afstanden en dus het werken aan conditie en techniekverbetering. Daarnaast worden nieuwe technieken geoefend, zoals de samengestelde rugslag, vlinderslag, polocrawl (met de bal zwemmen), het zwemmend redden van zowel jezelf als iemand anders (met lange broek en trui/blouse met lange mouwen) en keerpunten en wrikken (synchroon- en figuurzwemmen).
4.2Snorkelen
(Diploma C vereist en mogelijk een vaardigheidsproef.)
Je moet zelf de uitrusting hiervoor meenemen (vinnen, bril en snorkel).
De techniek van het snorkelen wordt aangeleerd evenals enige kennis over de uitrusting. Technieken die aan de orde komen:
-
onder water gaan (hoekduik)
-
vervoeren van een drenkeling
-
met bepaalde tekens met elkaar onder water een parcours af te leggen.
-
zwemmen zonder vin en bril,
-
onder water via opdrachten met je buddy gaan zwemmen, zowel boven als onder water
De eerste les is een proefles, de uitrusting voor de proefles wordt aangeboden door de vereniging.
De eerste les mogen deze spullen ook nog wel een keer gebruikt worden.
We willen de ouders graag adviseren welke snorkelspullen aan geschaft zullen moet worden voor de verder lessen te mogen volgen.
De snorkellessen duren 40 minuten en worden gegeven door voor snorkelen gediplomeerde instructeurs en soms met een assistent-instructeur die het leuk vindt om snorkellessen te leren geven.
Het zijn leuke gevarieerde snorkellessen, 1 van de eisen is bijvoorbeeld een Fun proef die mogen we helemaal zelf invullen met de leerlingen.
4.3Survival
(Diploma C vereist en mogelijk vaardigheidsproef)
Dit onderdeel is gericht op het redden van jezelf en anderen in, op en om het water. Er wordt iedere les met kleding gezwommen en ook geoefend hoe de kleding je kan helpen overleven als je te water raakt vanaf bijv. een bootje. Er worden reddingen vanaf de kant en vanuit het water geoefend. Al met al reden genoeg om een keer een proefles te nemen als je jezelf nog veiliger wil voelen in en om het water.
4.4Wereldzwemslagen
(Diploma zwemvaardigheid 3 vereist)
Bij dit zwemvaardigheidsdiploma leren kinderen zwemslagen die over de hele wereld gezwommen worden, zoals bijvoorbeeld de helikopterslag, de Japanse Moroteslag en de Hongaarse crawl. Sommige slagen zijn een nieuwe combinatie van bekende slagen. Voor andere slagen worden nieuwe technieken aangeleerd. Om de zwemvaardigheidsdiploma's Wereldzwemslagen compleet te krijgen is er drie keer diplomazwemmen. Steeds krijgt het kind een diploma.
4.5Synchroonzwemmen en figuurdrijven
(Diploma B vereist en mogelijk een vaardigheidsproef)
Deze sport wordt ook wel ballet in het water genoemd, vooral vanwege de overeenkomsten met ballet. Het is een sierlijke, maar zware sport, want men moet niet alleen de vier zwemslagen (vrije slag, vlinderslag, rugslag en schoolslag) beheersen, maar ook gevoel voor ritme hebben. Een groot deel van de figuren wordt onder water uitgevoerd.
Tijdens de trainingen wordt gewerkt aan het aanleren van nieuwe zwemslagen, stuwen (bewegen met je handen, waardoor je blijft drijven en kunt bewegen in het water) en verschillende figuren. Dit alles onder begeleiding van muziek.
De synchroonzwem- en figuurdrijfgroep doet mee aan diplomazwemmen en wedstrijden in en buiten Tilburg en geven op verzoek demonstraties.
4.6Wedstrijdzwemmen
(diploma B vereist en mogelijk een vaardigheidsproef)
Er wordt getraind op conditie en snelheid. De diverse zwemslagen en de daarbij behorende keerpunten leer je tijdens de trainingen twee maal per week.
Wij nemen deel aan de Landelijke zwemcompetitie, Bondszwemkampioenschappen en sprintwedstrijden en organiseren o.a. ook het Brevetzwemmen. Als de wedstrijden verder weg zijn, dan gaan we gezamenlijk met de bus. De wedstrijdgroep krijgt ondersteuning van een werkgroep die activiteiten organiseert buiten de zwemtrainingen en wedstrijden om, voor alle zwemmers/sters.
4.740+ Zwemmen
Dit is bedoeld voor mensen van boven de 40 jaar welke het zwemmen nog willen leren, de zwemtechniek willen verbeteren of gewoon onder begeleiding lichaamsbeweging willen hebben. Dit alles gebeurt op een plezierige en leuke wijze door een hiertoe opgeleid kader waarbij het verbeteren van de conditie en het uithoudingsvermogen centraal staan.
4.8Trimzwemmen
(diploma A vereist)
Het in groepsverband zwemmen van een opgegeven afstand in een bepaalde tijd, waarbij het verbeteren van conditie en het uithoudingsvermogen centraal staat. Deze verbetering gebeurt onder deskundige begeleiding. Een ander voordeel is het zich veiliger en met plezier in het water kunnen bewegen. Er wordt niet opgeleid voor een diploma.
5Organisatie
De vereniging is onderverdeeld in diverse commissies, algemene functies en het bestuur, waarbij elk onderdeel eigen verantwoordelijkheden heeft.
5.1Communicatie
Communicatie met de leden (ouders en kinderen) is bijzonder belangrijk. Adequate informatie aan het begin van het traject (over de visie van de Tilburgse Watervrienden over zwemlessen, maar ook over praktische zaken als wachtlijsten, eerste zwemles, onze zwemlesmethode etc.) is essentieel om geen verkeerde verwachtingen te wekken. Ook tijdens het zwemlestraject is een goede/heldere communicatie met de ouders van belang. Het betreft zowel algemene informatie over de zwemlessen als informatie over de vorderingen van het individuele kind. Als bij kinderen de vorderingen structureel gaan afwijken van het leertraject, is het uitgangspunt dat de Tilburgse Watervrienden pro-actief acteert richting de ouders en niet afwacht tot de ouders om een toelichting vragen of een klacht indienen.
Om aan de communicatie met de leden een goede invulling te geven, hanteert de Tilburgse Watervrienden onder meer de volgende instrumenten:
-
(elektronisch) Informatieboekje
-
Via telefoon/e-mail te bereiken bestuur en technische commissie
-
Tijdens onze zwemtijden een controlevrijwilliger die leden direct te woord kan staan
-
Kijklessen
-
Website
-
Introductie/voorlichting bij de eerste zwemles
5.2Uurleiders
Ten tijde dat het zwembad ter beschikking is voor de Tilburgse Watervrienden, is er een uurleider op het zwembad aanwezig. Deze is in eerste instantie het aanspreekpunt op het zwembad en houdt toezicht op de kwaliteit en veiligheid.
De uurleider is verantwoordelijk voor:
-
Het ondersteunen van de (assistent)instructeurs en trainers
-
Het beantwoorden van vragen van ouders
-
Bewaken of de (assistent)instructeurs conform het zwemlesplan werken
-
In overleg treden met de instructeurs als kinderen te lang in een groepje zitten of bij andere “bijzonderheden”
-
Contact/overleg met ouders/verzorgers bij “bijzonderheden”
-
Begeleiden en indelen van (assistent)instructeurs, trainers en stagiaires
5.3Instructeurs
De instructeurs zijn degene die de zwemlessen verzorgen. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor de leerlingen en bepalen wanneer iemand klaar is om bijvoorbeeld een diploma te behalen.
Alle instructeurs zijn in het bezit van een diploma van minimaal zwemleider A.
De instructeur heeft een rol bij de volgende aspecten van de zwemlessen:
-
Het verzorgen van een op het kind toegesneden zwemlesaanbod
-
In overleg treden met de uurleider als kinderen lang in een groepje zitten of bij andere “bijzonderheden”
-
Meedenken in en meewerken aan het continue verbeteren van een eigentijds zwemlesaanbod van de Tilburgse Watervrienden
-
Meedoen aan (bij-)scholing
-
Het begeleiden van stagiaires tijdens de les
-
Supervisie houden op assistent instructeurs
5.4Assistent instructeurs
De assistent instructeurs assisteren de gecertificeerde instructeurs tijdens het lesgeven. Afhankelijk van hun werkervaring, mogen zij een deel van de groep of aan de hele groep zwemles verzorgen.
5.5Controlevrijwilligers
Tijdens de zwemtijden van de Tilburgse Watervrienden zit er aan de balie een controlevrijwilliger.
De controlevrijwilliger is verantwoordelijk voor:
-
Informatievoorziening aan leden voorafgaand aan de inschrijving en tijdens de zwemlesperiode
-
De aanwezigheidsregistratie tijdens de zwemles
-
Signaleren van vragen/klachten bij ouders en deze doorspelen naar de uurleider of de desbetreffende instructeur
5.6Inschrijven
Inschrijving gebeurt via het inschrijfformulier rechtstreeks vanaf de website, of door het invullen van een formulier dat af te halen is bij de controle tijdens de zwemuren. Een aanmelding wordt definitief zodra het inschrijfgeld betaald is. De voor de inschrijving benodigde gegevens worden in het computersysteem opgenomen. Dit betreft onder meer de NAW-gegevens en de eventuele voorkeurstijden en vaardigheden van het kind. Indien een plaats vrij komt, wordt het toekomstige lid telefonisch benaderd. Vanaf dan wordt gestart met het innen van contributie en is de persoon officieel lid van onze vereniging.
Bij het oproepen van kinderen wordt rekening gehouden met de leeftijd van het kind. Kinderen worden pas opgeroepen als ze 4 jaar zijn. (De ouders zijn van deze procedure op de hoogte.) Als er nog belangstelling is, wordt het kind in overleg met de ouders in een lesgroep geplaatst en de deelname aan de eerste les wordt afgesproken.
5.7Procedure eerste zwemles
Wanneer een kind voor de eerste keer komt zwemmen, om zijn ABC-diploma’s te halen, melden de ouders zich bij de controle. Daar krijgen de ouders te horen waar de kleedlokalen zijn en wat er van hun verwacht wordt (meehelpen aan- en uitkleden en bij de deur van het kleedlokaal afscheid nemen). Omdat het de eerste les is, mogen de ouders mee het bad in om te kijken naar deze bijzondere ervaring.
Het kind ontvangt tijdens of na de les een kaartje. Dit kaartje kan bij de controle worden omgewisseld voor het eerste rondje voor op de zwemkleding, ook ontvangt het kind het bijbehorende kleurdiploma.
Kinderen en volwassenen die reeds hun ABC gehaald hebben, worden eveneens opgevangen bij de controle. Daar wordt verdere informatie verstrekt. Indien gewenst kan eerst een keer een proefles worden genomen, alvorens lid te worden.
5.8Leerlingregistratie
Bij de Tilburgse Watervrienden vindt de leerlingregistratie via de computer plaats. De naam en adresgegevens, datum van inschrijving, start van de lessen, de aanwezigheidsregistratie en de vorderingen ten aanzien van het bereiken van de tussendoelen (kleurdiploma’s) en einddoelen (Zwem-ABC diploma’s) worden in een computerprogramma verwerkt.
De uurleider bespreekt (op eigen initiatief of op initiatief van de instructeur) kinderen die afwijken van het gemiddelde leertraject met de instructeur en, indien nodig, met de ouders. De uurleider en de commissie zwemmen zien erop toe dat de lesgroepen (voldoende) vol zijn en dat tijdig nieuwe leerlingen worden opgeroepen.
5.9Overgaan naar het volgende groepje (kleurdiploma)
De uurleider bepaalt of kinderen voldoen aan de eisen van de kleurcode en daarmee in aanmerking komen voor overzetten naar het volgende groepje.
Wanneer een kind verder gaat naar het volgende groepje, ontvang het een kaartje. Dit kaartje kan bij de controlen worden gewisseld voor een gekleurd rondje behorend bij het groepje waar het kind nu gaat zwemmen. Bij de controle kan ook het kleurdiploma worden opgehaald waarop staat aan welke leerdoelen het kind gaat werken.
5.10Diplomazwemmen
Een aantal keer per seizoen wordt het diplomazwemmen georganiseerd door de werkgroep diplomazwemmen die onderdeel is van de commissie zwemmen.
Instructeurs houden de vorderingen van de leerlingen bij. Als de instructeur vindt dat alle onderdelen beheerst worden, kan hij een diplomakaart uit laten schrijven door een uurleider of zwemleider A+. Dit tot uiterlijk een paar weken voor het examen omdat namen doorgegeven moeten worden aan het Nationaal Platform Zwembaden/NRZ.
We vinden het erg belangrijk dat wanneer kinderen mogen diplomazwemmen, ze het dan ook halen. We schrijven daarom geen diplomakaart uit als een kind nog niet alle onderdelen voldoende beheerst. Per diplomazwemweekend mag een leerling voor maximaal 1 diploma afzwemmen.
De ouders wordt bij het uitreiken van het zwemdiploma gewezen op het belang om te blijven zwemmen, het belang om het Zwem-ABC volledig af te wikkelen.
5.11Bijscholing
Een aantal keer per seizoen wordt er een bijscholing georganiseerd voor alle (assistent-)instructeurs. Dit wordt georganiseerd door de werkgroep opleidingen die onderdeel is van de commissie zwemmen. Alle (assistent-)instructeurs dienen bij de bijscholingen aanwezig te zijn.
Bijscholing vindt plaats voor techniek, maar ook voor veiligheid en organisatie.
Licentie Nationale Zwemdiploma’s
De Tilburgse Watervrienden zijn in het bezit van een licentie voor de Nationale Zwemdiploma's.
Zwemlesaanbieders die met goed gevolg getoetst zijn door de Nationale Raad Zwemveiligheid, ontvangen de Licentie Nationale Zwemdiploma’s. Dit is de kwaliteitsstandaard van de zwembranche. Alleen zwemlesaanbieders die voldoen aan de kwaliteitscriteria van de Licentie mogen de Nationale Zwemdiploma’s, waaronder het Zwem-ABC uitgeven.
Kwaliteitsborging Licentie Nationale Zwemdiploma’s
De Nationale Zwemdiploma’s, waaronder het Zwem-ABC, worden uitgegeven door de Nationale Raad Zwemveiligheid, zij streven naar een continue kwaliteitsverbetering van de zwembranche. De Licentie Nationale Zwemdiploma’s stimuleert de borging van veiligheid en kwaliteit van leren zwemmen. Dit geeft de zekerheid dat de zwemlesaanbieder die in het bezit is van deze Licentie handelt volgens de kwaliteitsstandaard van de zwembranche.
De zwemlesaanbieder die in het bezit is van de Licentie Nationale Zwemdiploma’s geeft je de volgende vier zekerheden:
- Gediplomeerde en gekwalificeerde zwemonderwijzers, zodat je kind in veilige handen is en met plezier naar zwemles gaat. Zo werken de zwemonderwijzers volgens de Gedragscode Zwembranche, hebben een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en blijven bijgeschoold.
- Je kind ontvangt de Nationale Zwemdiploma’s A, B en C. Met het Nationale Zwemdiploma C voldoet je kind aan de Nationale Norm Zwemveiligheid. Dit officiële diploma wordt bijvoorbeeld erkend door brandweer, politie en sportopleidingen voor de uitvoering van verschillende beroepen.
- De zwemlesaanbieder hanteert een helder beschreven zwemlesmethode, zodat je kunt bepalen welke aanbieder het beste bij jouw kind past. Tijdens de zwemles wordt je als ouder ook goed op de hoogte gehouden van de vorderingen van je kind.
- Een constante kwaliteit van de zwemlesaanbieder, geborgd door onafhankelijke jaarlijkse controle en toetsmomenten bij het diplomazwemmen. Bij elk moment van diplomazwemmen is er daarnaast een Examinator Nationale Zwemdiploma’s aanwezig.