Toezichtplan
Versie: 19 april 2021
Begrippen
Vrijwilliger
Ieder lid van de vereniging dat een lesgevende en/of ondersteunende functie heeft binnen de
zwemvereniging. In dit document gelden functionarissen eveneens als vrijwilliger.
Toezichthouder
Iedere vrijwilliger die met toezicht houdende werkzaamheden is belast en in bezit is van de
vaardigheid zwemmend redder.
Hulp-toezichthouder
Iedere vrijwilliger die met toezicht houdende werkzaamheden is belast maar niet over de
vaardigheid zwemmend redder beschikt.
EHBO-er
Vrijwilligers die in het bezit zijn van geldig diploma eerste hulp, te weten:
- Eerste hulp diploma oranje kruis
- BHV-certificaat
- BIG-registratie verpleegkundige/arts
Instructeur/trainer
Iedere vrijwilliger belast met een lesgevende taak en in het bezit van een van de volgende diploma’s:
- Zwemleider A
- Zwemleider A+
- Zwemleider B
- Certificeerbare eenheid Lesgever Zwem-ABC
- Zwemonderwijzer
- Instructeur 3 Reddingsbrigade Nederland
- L.O./M.O. akte lichamelijke opvoeding
- C.I.O.S-diploma met aantekening zwemonderwijs
Voor synchroonzwemmen en figuurdrijven: opleiding synchroonzwemmen.
Assistent-instructeur
Iedere vrijwilliger die onder supervisie van een instructeur belast is (helpt) met een lesgevende taak.
Uurleider
De toezichthouder/instructeur die aangesteld is als verantwoordelijke voor een zwembassin tijdens een bepaalde periode. De uurleider is belast met de aansturing van de instructeurs/toezichthouders en heeft daartoe de algemene leiding over een bassin. Een uurleider dient minimaal over de kwalificatie “instructeur” of “trainer” te beschikken. Indien een uurleider niet over deze kwalificatie beschikt dient er tenminste één andere vrijwilliger aanwezig te zijn die hierover wel beschikt.
Controlevrijwilliger
Vrijwilligers die belast zijn met het controleren van de lidmaatschapspassen van leden van de vereniging. Ook zijn deze vrijwilligers het eerste aanspreekpunt voor leden en ouders/verzorgers van leden die vragen, opmerkingen of klachten hebben.
Garderobevrijwilliger
Vrijwilligers die belast zijn met het houden van toezicht bij de kleedkamers en douches. Deze taak kan gecombineerd worden met die van controlevrijwilliger.
Sportbedrijf
Sportbedrijf Tilburg is een afdeling van de gemeente Tilburg. Naast het beheer en de exploitatie van de gemeentelijke sportvoorzieningen in de stad, wil het Sportbedrijf dat zoveel mogelijk inwoners gaan en blijven sporten. Het sportbedrijf is verantwoordelijk voor onder andere het onderhoud en schoonmaak van de zwembaden waarin de Tilburgse Watervrienden zwemmen.
1Inleiding
Dit toezichtplan is van toepassing op alle zwemactiviteiten die worden georganiseerd door
zwemvereniging de Tilburgse Watervrienden in Sportcomplex de Driebucht, Sportcentrum Reeshof en incidenteel in recreatiebad Stappegoor. Dit toezichtplan biedt een leidraad waarbinnen de activiteiten plaatsvinden en is onlosmakelijk verbonden met het bedrijfsnoodplan (calamiteitenplan en ontruimingsplan) waarbij geldt dat te allen tijde de instructies van de daartoe bevoegde personeelsleden van de zwembaden opgevolgd dienen te worden.
1.1Doelstelling
Dit toezichtplan bevat de richtlijnen waarbinnen het toezicht tijdens onze activiteiten vorm gegeven
moet worden met als doel om de veiligheid van zowel onze leden als vrijwilligers te waarborgen.
2Algemene richtlijnen
-
Per zwemzaal dient te allen tijde ten minste één toezichthouder aanwezig te zijn.
-
Toezichthouders mogen instructies/zwemles geven tijdens het toezicht houden.
-
Er dient ten minste één toezichthouder aanwezig te zijn van 18 jaar of ouder.
-
Er dient ten minste één EHBO-er aanwezig te zijn in één van de zwemzalen.
-
Hulp-toezichthouders kunnen worden ingezet als 2e toezichthouder, niet als 1e toezichthouder.
-
Toezichthouders dienen op een actieve manier toezicht te houden en duidelijk aanwezig te
zijn in de zwemzaal en niet met de rug richting het water te staan.
-
Toezichthouders dienen op een plaats in de zwemzaal aanwezig te zijn van waaruit een goed
overzicht op het bad mogelijk is en van waar uit in geval van een calamiteit snel ingrijpen
mogelijk is.
-
De laatste toezichthouder mag pas de zwemzaal verlaten wanneer hij/zij zich ervan overtuigd heeft dat alle leden uit de zwemzaal zijn vertrokken.
-
Toezichthouders dienen te allen tijde direct het water te kunnen betreden.
-
Stel in geval van een calamiteit (indien redelijkerwijs mogelijk) direct een collega op de hoogte.
-
Ben kort en krachtig. Gebruik “NOOD”, gevolgd door de reden (kind op bodem, brand, etc)
-
De huisregels van het Sportbedrijf en aanwijzingen van het Sportbedrijf personeel dienen te worden opgevolgd.
-
Toezichthouders dienen de regels en bepalingen zoals genoemd in onder ander de “gedragscode Zwembadbranche” te kennen en te handhaven.
-
De EHBO-koffer dient ten minste tweemaandelijks te worden gecontroleerd op volledigheid en houdbaarheid.
-
Zorg voor vrije doorgang van de vluchtwegen.
-
De bereikbaarheid van het hulpverlening bestemde materiaal is voldoende en wordt niet belemmerd.
-
Elke vrijwilliger heeft de kennis om te handelen volgens het bedrijfsnoodplan van het Sportbedrijf in geval van een calamiteit.
-
Aangegeven vluchtwegen en nooduitgangen zijn bekend.
-
Er zijn genoeg vrijwilligers die in het bezit zijn van een BHV-diploma en een EHBO-diploma.
2.1Toegang
-
Leden dienen zich te melden met hun lidmaatschapskaart bij de controlevrijwilligers, deze zitten meestal in de hal van het zwembad.
-
Tien minuten voor aanvang van de les laat de controlevrijwilliger de leden door naar de kleedhokjes.
-
De controlevrijwilliger draagt er zorg voor dat er geen mensen doorgaan die niet van onze vereniging zijn.
-
Vragen, opmerkingen en klachten van leden en ouders/verzorgers worden schriftelijk via de controlevrijwilliger aan de uurleider doorgegeven.
-
Ouders/verzorgers mogen de zwemzaal alleen in uitzonderlijk gevallen betreden met toestemming van de uurleider. Uitzonderingen hierop zijn de kijklessen.
-
Alvorens leden de zwemzaal betreden dient er een toezichthouder aanwezig te zijn.
2.2Preventie
-
In de zwemzaal mag niet gerend of snel gelopen worden.
-
Materialen moeten meteen na gebruik worden opgeruimd om struikelen te voorkomen.
-
Niet duiken (kopsprong) of springen in water met een diepte van minder dan twee meter.
-
Bedienen beweegbare bodem alleen door bevoegde vrijwilligers.
-
De beweegbare bodem mag alleen bediend worden wanneer er geen mensen in het water zijn. Controleer de diepte (globaal) met de aangegeven diepte op het diepte display.
-
Er dient, wanneer er onervaren zwemmers te water zijn, een lijn te liggen tussen het diepe en
ondiepe gedeelte van het bassin.
-
Onervaren zwemmers mogen zich alleen in het water begeven gedurende de zwemles of
onder begeleiding van een volwassene (een der ouders/verzorgers, 18+).
-
Leden dienen aanwijzingen van vrijwilligers altijd op te volgen.
-
Kinderen mogen tijdens de les nooit (lang) achter de rug van de (assistent-)instructeur staan.
-
Een (assistent-)instructeur dient te allen tijde het aantal kinderen in zijn/haar groep te weten en na elke activiteit de kinderen te tellen.
-
De (assistent-)instructeur dient altijd zicht te hebben op het diepste gedeelte van het bad waarin hij/zij les geeft.
2.2.1Risicomomenten
-
Voor de les
-
De zwemzaal mag door leden (niet zijnde vrijwilligers) pas bij aanvang van de les worden betreden. Er moet dan tevens een toezichthouder aanwezig zijn.
-
-
Tijdens de les
-
Kinderen die naar de WC gaan moeten door de (assistent-)instructeur of een andere toezichthouder in de gaten worden gehouden.
-
Waak ervoor dat kinderen niet per ongeluk onder een mat kunnen komen tijdens het spelen.
-
Als kinderen onder een mat of door een zeil moeten zwemmen, dient de (assistent-)instructeur te allen tijde direct in te kunnen grijpen indien nodig.
-
-
Leswisseling
-
Leden dienen eerst allemaal het water verlaten te hebben voordat de volgende groep leden het water mag betreden.
-
-
Na de les
-
Houd in de gaten dat kinderen niet teruglopen vanaf de douche naar het zwembad.
-
Kinderen moeten allemaal naar de douche lopen waar hun ouder(s)/verzorger(s) hen ophalen.
-
2.2.2Risicoplaatsen
-
Stang korte zijde (startblokken)
-
Waak ervoor dat zwemmers niet vast komen te zitten tussen de stang en het startblok.
-
-
Goot lange zijde
-
Waak ervoor dat zwemmers niet vast komen te zitten (met name met de vingers) in de goot bij het eruit klimmen.
-
-
Rand beweegbare bodem
-
Waak ervoor dat zwemmers tijdens het onder water zwemmen niet met de vingers of haren tussen de vaste en beweegbare bodem (halverwege het zwembad) geraken.
-
-
Beweegbare bodem
-
Als een beweegbare boden omhoog of omlaag wordt gezet mag er niemand meer in het water in de buurt van deze bodem zijn.
-
Let op dat zwemmers niet met een voet of hand tussen de beweegbare bodem en de zijkant van het bad komen.
-
-
Trapjes
-
Bij het gebruik van een trap(je) om in en uit het water te klimmen moet extra worden opgelet op uitglijden en stoten.
-
-
Diepte bassin
-
Waak er voor dat leden niet duiken aan de zijde van de beweegbare bodem, tenzij het water diep genoeg is om te duiken.
-
-
Springplank en glijbaan
-
Waak er voor dat leden niet op elkaar springen of glijden.
-
Ongetrainde leden mogen geen salto of koprol doen.
-
Leden mogen niet op de springplank rennen.
-
2.3Taken toezichthouders
-
Voor aanvang van de lessen/trainingen het bad controleren op eventuele gebreken.
-
Toezicht houden op de veiligheid tijdens de lessen/trainingen.
-
Het in orde brengen (en opruimen) van de zwemzaal.
-
Bewaken veiligheid door het naleven en attenderen op onveilige situaties.
-
Ingrijpen bij (mogelijke) gevaarlijke situaties.
-
Instructies/zwemles/training geven.
-
Presentie en vorderingenlijsten invullen en bijhouden.
2.4Aantal toezichthouders per activiteit
Het aantal (hulp-)toezichthouders dat aanwezig moet zijn tijdens de zwemlessen verschilt per activiteit. Hieronder staan de richtlijnen per activiteit aangegeven.
2.4.1Elementair zwemmen
Er dienen ten minste twee (hulp-)toezichthouders aanwezig te zijn (waarvan ten minste één toezichthouder) waarvan er één in het geval van een calamiteit kortstondig de zwemzaal mag verlaten om hulp in te schakelen.
Wanneer het aantal aanwezige (zwemmende) leden meer dan twintig bedraagt, dient er een derde (hulp-)toezichthouder aanwezig te zijn.
2.4.2Diplomazwemmen (ABC, zwemvaardigheden):
Per twee banen waar gezwommen wordt, dient ten minste één toezichthouder aanwezig te zijn. Indien er in meer dan twee banen gezwommen wordt, mag de rest van het toezicht door een hulp-toezichthouder worden uitgevoerd.
2.4.3Volwassenen zwemmen
Per zwemzaal dient ten minste één toezichthouder aanwezig te zijn.
2.4.4Wedstrijdzwemmen
Tijdens de training
Per vier banen waar gezwommen wordt, dient ten minste één toezichthouder aanwezig te zijn. Indien er in meer dan twee banen gezwommen wordt, mag de rest van het toezicht door een hulp-toezichthouder worden uitgevoerd.
Tijdens een wedstrijd
Dient er ten minste één EHBO'er aanwezig te zijn van onze eigen vereniging die de beschikking heeft over een portofoon waar mee hij in contact staat met het badpersoneel van de accommodatie.
De officials en ploegleiders van de aanwezige verenigingen zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de zwemmers van hun eigen vereniging.
2.4.5Synchroonzwemmen
Per drie banen waar gezwommen wordt, dient ten minste één toezichthouder aanwezig te zijn. Indien er in meer dan twee banen gezwommen wordt, mag de rest van het toezicht door een hulp-toezichthouder worden uitgevoerd.
2.4.6Garderobe en douches
Toezicht op de garderobe en douches vindt plaats door de garderobe- en controlevrijwilligers die hierin kunnen worden bijgestaan door de overige toezichthouders. Er dient ten minste één toezichthouder aanwezig te zijn bij de douches.
2.5Constatering van het niet naleven van het toezichtplan
Wanneer een vrijwilliger een afwijking op de uitvoering van het toezichtplan constateert, dient hiervan melding te worden gemaakt bij de uurleider. De uurleider zal hierop in gesprek gaan met betreffende vrijwilliger(s) en trachten het geconstateerde op te lossen.
De uurleider zal een afwijking op het naleven van het toezichtplan registreren middels een kort verslagje van dat hetgeen geconstateerd en besproken is. Dit verslag wordt aangeboden aan de commissie zwemmen en een kopie komt achterin in de map met het toezichtplan. Bij herhaaldelijke/structurele afwijkingen of wanneer de uurleider niet in staat blijkt het geconstateerde op te lossen, dient de vrijwilliger hiervan melding te maken bij het bestuur.
3Garderobe en douches
De garderobe en douches vallen niet onder de zwemzaal en hebben daarom aanvullende richtlijnen nodig, ook zijn de risico’s andere dan die van de bovenstaande hoofdstukken.
3.1Algemene richtlijn
Bij de garderobe en douches zal een van de controlevrijwilligers kijken of alles verloopt volgens afspraak:
-
Het kleedlokaal wordt op momenten dat minderjarige leden aan het omkleden zijn alleen door vrijwilligers betreden als daar een zwaarwegende reden voor is.
-
Niet met schoenen uit de kleedkamers richting het bad
-
Geen kleding in de kleine hokjes laten liggen maar in de lockers
-
Bij de douches wachten tot de zwemles begint
-
Geen kinderwagens in de kleedhokken
-
Het geslacht van de ouder bepaald waar het kind wordt omgekleed. Vrouwen kleden hun zoon/dochter dus om in de dames kleedkamer. Heren kleden hun zoon/dochter dus om in de heren kleedkamer.
3.2Risico’s
3.2.1Uitglijden/vallen/beklemming
Kinderen kunnen onder de douche uitglijden, daarom mag er geen zeep/shampoo worden gebruikt. Kinderen kunnen in de kleedhokjes van de tafels of banken vallen, kinderen mogen daar daarom niet op gaan staan. Kinderen kunnen met hun vingers tussen deuren en banken komen, de kleedhokjes zijn daarom geen speelplaats.
3.2.2Diefstal
Verzoek leden om waardevolle eigendommen in de lockers op te bergen.
3.2.3Vernieling
Waak voor luidruchtige geluiden en treedt het lokaal binnen wanneer je kabaal
constateert.
3.2.4Foto/videobeelden maken
Verzoek leden om geen gebruik te maken van apparaten die de mogelijkheid hebben om foto’s/video’s te maken. Verzoek leden om bij constatering van oneigenlijk gebruik hiervan direct melding te maken bij de uurleider. Uitzonderingen hierop kunnen zijn in zwembad bij de kijklessen en tijdens het diplomazwemmen of voor trainingsdoeleinden.
3.2.5(Seksueel) ongewenst gedrag
Handhaaf de scheiding tussen kleedlokalen voor jongens/mannen en meisjes/vrouwen. Sta open voor signalen van ongewenst gedrag en schakel bij het eerste vermoeden hierop direct de uurleider in.
3.3Overig
Indien een kleedlokaal betreden moet worden zonder dat er sprake is van een ernstige calamiteit dient dit te gebeuren door een vrijwilliger van het geslacht dat in die kleedkamer om mag kleden.
3.4Incidenten
Bij constatering (of vermoeden) van onregelmatigheden / incidenten dient direct melding te worden gemaakt bij de uurleider.
4Calamiteiten
-
In het geval van calamiteiten/alarm treedt het bedrijfsnoodplan van het Sportbedrijf in werking.
-
In geval van een calamiteit dient zo snel mogelijk de uurleider en het Sportbedrijf op de hoogte te worden gesteld. Eventuele levensreddende handelingen dienen uiteraard eerst (of gelijktijdig) plaats te vinden.
-
Indien de calamiteit een bedreiging vormt voor het sportcentrum (brand, chloorlek, etc.) of wanneer professionele hulp ingeschakeld wordt, dan dient hiervan direct melding te worden gemaakt bij het personeel van het Sportbedrijf, bij voorkeur door melding bij de receptionist(e).
4.1Calamiteiten die leiden tot ontruiming
Calamiteiten die een (mogelijk) direct gevaar vormen of kunnen gaan vormen voor de aanwezigen, leiden tot een zo spoedig mogelijke ontruiming van het zwembad.
Er zal worden gewaarschuwd voor gevaar via de omroepinstallatie, eventueel gaat de slow-whoop. Alle vrijwilligers nemen hun groepje leden mee naar een veilige verzamelplaats, via de aangegeven vluchtwegen en -deuren.
Voorbeelden van zulke calamiteiten zijn:
-
Stroomuitval
-
Brand
-
Chloorgasvorming-/Ammoniak-/ zwavelzuurgasvorming
-
Vrijkomen van gevaarlijke stoffen
-
CO2
-
Koolzuur
-
Overig
-
-
Bommelding
-
Explosie
4.2Overige calamiteiten
Calamiteiten die niet leiden tot ontruiming, maar waar ingrijpen wel vereist is moeten in eerste instantie worden afgehandeld door de controlevrijwilligers en/of de uurleider. Indien noodzakelijk kan professionele hulp worden ingeschakeld (medewerker sportbedrijf, politie, ambulance).
Van alle ongevallen waarbij EHBO verleend moet worden (alles boven pleister niveau), dient de ongevallenregistratielijst te worden ingevuld. Elk ongeval waarbij doorverwijzing plaats vindt dient geregistreerd te worden middels het ongevallenregistratieformulier.
Bij constatering van herhaaldelijke ongevallen van dezelfde aard dient hiervan melding te worden gemaakt bij het bestuur. Dit bij voorkeur door de uurleider.
Voorbeelden van andere calamiteiten die gemeld moeten worden aan het bestuur zijn:
-
Diefstal
-
Agressie
-
Hinderlijke gedrag
-
Verbaal geweld
-
Ernstige bedreiging
-
Fysiek geweld
-
-
Ongewenst gedrag
-
Seksuele intimidatie
-
Pesten
-
-
Zedendelict
-
Overval
-
Ongevallen
-
Ernstig
-
Zeer ernstig
-
Fataal
-
-
Verdrinking
-
Bijna verdrinking
-
Verdrinking met dodelijke afloop
-